“Heel normaal, dit doen alle vaders met hun dochters”

 

 

Foto: Hondenpoten, door Jedidja Smalbil

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In oktober van 2013 komt via Algemeen Meldpunt Kindermishandeling bij de politie een bericht binnen over een meisje dat door haar vader zou zijn misbruikt. Tijdens onderzoek worden beide nog in huis aanwezige dochters elders opgevangen. Vader Timo (nu 47) krijgt een contactverbod voor tien dagen. Timo en zijn vrouw zijn in 2012 gescheiden na een faillissement. Timo is in de buurt van zijn dochters blijven wonen, in Friesland. Hij heeft daar – zo blijkt – redenen voor.

Het meisje (dan 14 jaar) doet nog geen aangifte tegen haar vader. Ze blijft voorlopig loyaal aan hem, want het is nogal wat; je vader beschuldigen van misbruik. Dat je als jonge meid van 14 vertelt dat je vader je overal betast, aan je borsten en billen zit. Dat hij je altijd wil kussen op de mond. Dat hij dat langer doet dan goed voelt. Dat je weet dat het niet deugt. Dat hij dit al vanaf 2012 doet, als anderen het niet zien. En dat je niet langer met hem alleen wilt zijn.

Vader Timo houdt ook van uitjes. Hij trakteert zijn dochter op een potje trimmen in het grote bos van Olterterp bij Beesterzwaag. Dit zal vader en dochter goed doen. Niet dat Timo onderweg zijn excuses maakt, beterschap belooft, spijt betuigt of over de vunzigheden die hij met haar heeft gedaan praat, nee, hij rent met haar richting een boom. Daar begint hij haar te betasten en wil hij zijn vinger bij haar naar binnen brengen. Op het moment dat het meisje weigert mee te werken, zegt Timo tegen zijn 14-jarige dochter dat het heel normaal is. Dat alle vaders dit doen bij hun dochters.

Het gebeurt. Timo komt op deze gebeurtenis nooit meer terug.

En dan is het die dag in oktober van 2013. Moeder dringt er bij haar dochter op aan om aangifte tegen haar vader te doen. Uiteindelijk gebeurt dat in augustus 2015. Pas in oktober wordt Timo opgepakt. Timo heeft dan de draad – zonder contact met zijn dochter -alweer een tijdje opgepakt. Hij heeft een bloemenkraam in Amsterdam, en heeft inmiddels een vriendin. Timo heeft geen advocaat nodig, zegt hij op zitting. Hij heeft veel vrienden die kundig genoeg zijn om hem van advies te voorzien, zegt hij. Hij is helemaal alleen naar de rechtbank in Groningen gekomen.

Timo leeft in het Ik-tijdperk. Hij vindt het wel jammer dat het met zijn dochter is gebeurd. “Maar ja, het is nu eenmaal zo”, zegt Timo schouderophalend op zitting. De rechter maant hem op zijn minst acht keer naar haar te luisteren, en te laten uitspreken. Timo doet zijn best sociaal wenselijk te antwoorden. Hij heeft het vooral over zichzelf.

Zijn dochter was een veeleisend kind. Ze wilde een paardje, ze wilde sporten en ze wilde uit. En als ze haar zin niet kreeg, dan kroop ze bij hem op schoot en wilde ze knuffelen. Ze daagde hem uit, zegt hij. In die tijd maakte Timo een moeilijke periode door. Dit kwam door de scheiding en het faillissement. “Ik zat toen niet goed in mijn vel en kreeg geen warmte van mijn vrouw in de scheidingsperiode. Ik had geen intimiteit.” Ja, Timo weet wel dat hij fout zit, maar het is nu eenmaal gebeurd. “Ik kan daar niets meer aan veranderen.”

In de periode na het misbruik, ver voordat dochter aangifte deed, was er matig contact tussen vader en dochter. Nu helemaal niet meer. Ook niet met zijn ex-vrouw en amper met zijn andere dochter. “Tja, zo gaan die dingen. Wel jammer, ja”, zegt hij.  Timo is geen knokker. Hij betaalt ook geen alimentatie voor zijn dochters. “Kale kip-verhaal, he?”, zegt Timo. Natuurlijk kan dochter zakgeld krijgen, maar (quote): ”Dan moet ze maar naar papa komen in Amsterdam.”

Dochter komt niet.

Timo is intimiderend en manipulatief, volgens de officier van justitie. “Hij bekent deels, maar geeft aan alles een eigen draai. En natuurlijk wilde zijn dochter wel naar een feestje, maar dan moest ze daar wel iets voor doen”, zegt de officier. Hij vervolgt: “Voor iemand die de verantwoordelijkheid zegt te nemen, maar die vervolgens bij zijn dochter legt, eis ik drie maanden cel, en daarnaast drie maanden op de plank. Ook moet meneer zich laten behandelen en krijgt hij een proeftijd van twee jaar.”

“Kan ik gaan?”, vraagt Timo aan het einde van de zitting. “Dat kan u”, zegt de rechter.

Op de hal vraag ik me af wat echt een geschikte straf zou zijn voor deze, tja, man. Waar pak je deze man het hardst. Wat doet hem voelen wat hij heeft gedaan. Hoe krijgt hij inzicht in wat hij heeft aangericht. En dat levenslang. “Forse proeftijd en iedere maand, vijfentwintig jaar lang, (via CJIB, dus niet rechtstreeks) 300 euro aan zijn dochter betalen. Niet doen? Dan de cel in!”, hoor ik een collega zeggen. Ergens vind ik het een goede manier van vergelden, maar ik ben natuurlijk geen rechter.

Verkoopt de man wat meer bloemen of zoekt hij toch een bijbaan. Gaat hij extra op een taxi rijden of dag en nacht werken. Je kunt als ‘vader’ Timo natuurlijk niet je leven lang blijven verkopen dat je niets wilt vergelden. Dat je nergens voor wilt boeten. Geen geld hebt. Dat dit ‘zomaar’ gebeurde omdat je slecht in je vel zat. Daardoor (quote:) verliefd werd op je eigen dochter. Dat ze jouw handen overal moest toestaan. Omdat je anders niks kon krijgen.

Nee. Dat kun je als zo een vader niet blijven verkopen. Niet als je met je vinger in je dochter hebt gezeten. En haar in ruil voor alle geflikte vunzigheid naar een feestje liet gaan. Als ze maar lief voor je was. Als ze maar zweeg. Het liefst haar leven lang.

En als jij je zin maar kreeg.

 

Uitspraak op 27 oktober.

 

Foto: Hondenpoten. Door Jedidja Smalbil.

Namen zijn gefingeerd.

*Alle rechten waaronder de auteursrechten berusten bij Karin Smalbil.
Het is niet toegestaan om zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van mij columns, verhalen en html-codes daaronder begrepen via elektronische en gedrukte media of op welke andere wijze ook, op te slaan en/of te verspreiden.

Marlies. Over misbruik en dromen

FB_IMG_1451497029247Ze had dromen. Marlies. Ooit. Tot ze en jaar of twaalf oud was. Toen werd het in haar hoofd helder dat de dingen die thuis gebeurden niet hoorden. Onbegrijpelijk waren. De hemeltergende schaamte achtervolgde haar. Op school, bij vriendinnen thuis. Natuurlijk wist ze dat er veel niet deugde bij haar thuis. Misschien was zij degene die niet deugde.

Schuld

Al vroeg leerde ze de schuld bij zichzelf te zoeken. Ze zou mooier gekleed gaan en meer lachen. Dat zou alles anders maken. Ook voor haar vader. Dan zou hij haar als volwassen zien. Hoopte ze. Vader keek nooit kritisch naar zichzelf maar wel naar haar. Zijn koekje met gat. De vervanger voor zijn vrouw. De jarenlang durende depressies na de bevalling van Marlies werden haar fataal. Ze verhing zich in een schuurtje achter het huis. Hij bleef alleen achter met zijn dochter. Toen bijna negen jaar jong. Ze is nu drieëntwintig jaar. Te kort gerokt, haar haar té blond. Té veel van alles.

Vader troosten

Koud twee weken na de dood van haar moeder liet vader haar kennismaken met de wereld van seks. Van keiharde porno en van dagelijks. En nachtelijk. Soms wel vijf keer binnen vierentwintig uur. Ze had hem als negenjarige willen troosten omdat haar moeder er niet meer was en papa zoveel dronk. Ze had een arm om hem heen geslagen en zijn gezicht geaaid. En ze had de grootste fout gemaakt die ze ooit had kunnen maken, leest ze voor uit haar slachtofferverklaring.

Ze had een keer gezegd: “Maar ík ben er toch, papa?”

Vriendje

Op haar veertiende kreeg ze een vriendje. Een ruige donder van vijftien  jaren ouder. Het vriendje zat in de wereld van de dames van plezier. Hij wist van haar situatie en hij hielp haar bij haar vader vandaan. Alles beter dan daar. Hij zag haar wel zitten. Nog meer liggen. Geld. Een jonge meid die er vanaf zeer jonge leeftijd wel vanaf weet is goud waard in deze wereld. Ze hield zoveel van hem. Hij was zo anders. Zo zorgzaam ook. Ze hoefde niet vaak met mannen naar bed. Dat kreeg je als je het vriendinnetje van de ‘boss’ was. Dan kreeg je privileges.

Vader overlijdt

Na het afwerken van een klant hoorde ze dat haar vader, met wie ze al jaren geen contact meer had, onverwacht was overleden aan een hersenbloeding. De klant, een oude bekende van haar vader, hoorde het die dag. Voor hem reden genoeg om zich juist op deze dag te laten pijpen door het meisje dat hij nog kende van vroeger.  Zij is dan eenentwintig jaar en bijna zeven jaar bij haar vriendje, correctie: pooier. Zijn dood komt vast van de stress, denkt ze.  Omdat hij haar niet meer zag. Haar vriendje wuift haar gedachten weg. Of ze even naar de volgende klant gaat. In Marlies knapt iets. Ineens, na jaren van misbruik, uitbuiting en vernedering heeft ze een helder moment.

Aangifte

Ze zet het in haar lingerie met jas aan op een lopen. Richting het politiebureau Ze doet aangifte. In bijna drie uur tijd spuwt ze haar verhaal op het bureau. Ze verlinkt haar vriend en noemt de daden van haar zojuist overleden vader. Van haar negende jaar tot het moment dat ze van huis vertrok, op haar veertiende. Ze huilt tijdens de zitting op de tribune. Een vrouw met alleen maar verliezen. Vol leed. Een moeder die door haar geboorte depressief werd, geen vader gehad, geen kind hebben mogen zijn.

Koekje met gat

Ze deugde voor de seks. Voor de opvulling. Omdat ze nooit ‘nee’ zei. Omdat ze het gore gedrag vergoelijkte. Het ergens nog begreep ook. En nog. Nog voor haar pooier zijn eis te horen krijgt wordt er een kort moment geschorst. Ik zie kans en loop op haar af in de enorme hal, kleiner dan in Groningen. Ze heeft een matte glans in haar ogen. Haar mond is een spleet van zenuwen. Ze peutert wat aan haar nagels en kijkt onrustig. Of ik geen namen noem. In ieder geval niet de echte, beloof ik haar. Ik vraag haar of ze na al die jaren nog steeds een gevoel van schuld bij zich draagt.

Ik wilde iets waard zijn

“Ja”, zegt ze kordaat. “Op het moment dat mijn moeder overleed was ik hem al kwijt, mijn vader. Ik heb er voor mijn gevoel alles aan gedaan een goede dochter te zijn. Ik wilde alleen maar dat ik de moeite waard was. Toen ik verdrietig was om mijn moeder heb ik één grove fout gemaakt. Ik ben in mijn nachtjaponnetje bij hem op schoot gaan zitten. Had ik nooit moeten doen. Daar is alles mee begonnen.”

De liefde van een man

Ik knik en kijk naar haar. Ze draagt een pruikje, zegt ze. Om herkenning door ‘oude bekenden’ te voorkomen. Vooral die van haar pooier. Ze heeft jaren van therapie voor zich. Het zou niets uitmaken wat ik zou willen zeggen. “Ergens in mijn achterhoofd wist ik wel dat mijn vriend niet echt een vriend was, natuurlijk.” Ze vervolgt: “Ik weet niet beter dat wanneer een man lief voor je wil zijn, dat die liefde nooit via de maag gaat. Ik weet gewoon niet beter.”

Dit verhaal van mij verscheen eerder op The Post Online.