Zonde tijd

 

stalker

In het middenblad van de wakkere krant staat een artikel met daarbij een foto van een vrouw die er moe uitziet. Als je het artikel leest, dan begrijp je dat. Het artikel gaat over een vrouwelijke stalker uit Zeeland, die in juli van dit jaar door de rechtbank Zeeland-West-Brabant volledig ontoerekeningsvatbaar werd verklaard.

De vrouw in kwestie zou volgens de rechters vanuit een psychose hebben gehandeld. Daarom achtte de rechtbank een Tbs-maatregel niet op zijn plaats. Deze maatregel wordt doorgaans alleen opgelegd wanneer stalkers gewelddadig zijn. De vrouw werd voor de zitting in juli jl. al gedwongen opgenomen in psychiatrische kliniek Emergis in Kloetinge. Binnen de muren van het gesticht blijft ze stalken, dag in dag uit.

Op kosten van de Staat maakt ze doelbewust gebruik van hetzelfde internet dat ze gebruikte om mensen volledig te gronde te richten. Wat haar niet lukte overigens, anders stonden deze mensen niet in de krant. Gewelddadig is deze stalker (nog) niet geweest, wél heeft ze levens verwoest, mensen beschuldigd en tot op het bot belaagd.

stalker2Emergis ligt daar niet van wakker. Zij zijn geen gevangenis, maar een (zeer) open instelling. Als het loon van de werknemers daar op tijd gestort wordt, waarom zou je dan druk maken om de werkelijke feiten waarvoor mevrouw Pellegrino daar zit. Ik vind het een grote faal. Er staat een klein kadertje van Emergis naast het artikel. Ze wilden in eerste instantie niet eens reageren. Het is dan ook een flut-reactie. ,, Wij kunnen niet garanderen dat dit niet meer gebeurt, we zijn geen gevangenis.’’ De bescherming van de dader draait in deze instelling blijkbaar op volle toeren.

Nadat RTL Late Night mij heeft gebeld lees ik het angstaanjagende verhaal over deze stalker. Het is mijn verhaal, en dat van mijn collega en mede- slachtoffer Nanko. Eindelijk zijn we zover alle registers open te gooien en doen dat in een uitgebreid interview. Wij weten van de plaatsing van het artikel en kennen de schrijfster die ons verhaal zo treffend heeft weergegeven. Het staat zwart op wit. Het is even slikken. Jaren hebben Nanko en ik hierover gesproken en gemaild. Wanneer de stalker (via anderen) liet weten nooit klaar met ons te zijn, hingen we aan de telefoon. ,,Dit moet stoppen”, zeiden we dan.

Na een ‘geen vervolging’- bericht in 2013, omdat mevrouw volgens het Openbaar Ministerie geestesziek was, spanden we een artikel-12 procedure aan bij het gerechtshof. Hoezo: te geestesziek om vervolgd te worden. De bal rolde langzaam en toen was het juli 2016. De stalkende vrouw komt – hoe verrassend – op de vijfde zitting niet opdagen. Dit heeft ze overigens nog nooit gedaan, haar gezicht laten zien aan mensen die ze stalkt. Zo geestesziek is ze niet, mensen. Dat heet uitgekookt, laf en ruggengraatloos. Want sta dan ook voor je woord, denk ik dan.

Nanko en ik staan hierin niet alleen. Er zijn talloze burgers, en met name journalisten, in Nederland die ze bestookt met haar onzinverhalen, smaad en laster. Iedereen zal begrijpen dat een aantal van hen ervoor kiest niet in de krant te willen. Mijn collega en ik kónden niet anders dan uitbreken met een artikel in een grote krant. Vanaf vandaag is duidelijk dat we zaken aan de kaak stellen. We hebben al bewezen dat we het er niet bij laten zitten. De rapen zijn gaar, de telefoon staat roodgloeiend en Twitter en andere sociale media barsten van de reacties.

Ik kijk naar het artikel in zijn geheel en ik denk: hier liggen jaren van strijd en onbegrip. Voor mij op tafel liggen de woorden die ik tot in de nacht heb gevoeld, in mijn achteruitkijkspiegel en in mijn mailbox. Van een weekje niets van haar vernemen tot aan elke dag vijftig keer. Hier liggen de momenten van willen doorrijden naar haar huis in Middelburg (Monica, ik weet meer van je dan je lief is), en van de droom mijn auto rechtop in haar gevel te zetten. Hier staan de woorden van woede, bezorgdheid over mijn kinderen en boosheid.

En dan is daar nog het onbegrip over het rechtssysteem in dit land. Er zijn veel te veel instanties die over Pellegrino iets te zeggen willen hebben. Die zich vervolgens verschuilen achter regels en wetgeving. Uiteindelijk neemt niemand zijn verantwoordelijkheid en dienen slachtoffers alles maar te accepteren.

Met dit artikel op mijn site laat ik weten dat Nanko en ik hebben gezegd wat we willen. Men dient hier notie van te nemen. Laat helder zijn dat de instanties die ons van haar hadden moeten verlossen, zich moeten schamen om de luchtigheid die ze uitstralen. Daartoe behoort ook het rechtssysteem. Wij burgers zijn dan geen bekende Nederlanders, maar open de Telegraaf (15 oktober), de krant die ons en ons verhaal wél serieus neemt. Beterschap verwacht ik van de gestoorde vrouw niet meer, wél van de overheid, de wetgeving en van instanties waar deze mensen verzorgd en in de watten gelegd worden. Ik ben klaar met deze ‘wereld op zijn kop’.

Rest mij Emergis te verzoeken de deur wagenwijd open te zetten in de voor deze stalker te losbandige instelling waar ze niets gaat (af)leren. Wijs haar vooral de weg naar een torenhoge flat, óf maak van haar opname een uitstekend functionerende. Doe dit met effect voor de slachtoffers die ze binnen jullie muren kan belagen. Maak dat onderscheid nu eens. Want wat hier zomaar mag gebeuren is ronduit een lachbui.

Nanko, mijn dank gaat naar jou uit. Waar ik inzakte, pakte jij door. Van ‘s- Hertogenbosch naar Zeeland, altijd hield jij voor ogen liever te barsten dan te buigen. Jarenlang. Respect dat jij je rug recht hield, ondanks alles.

Stalker, al meer dan twee jaar heb ik je bewust niet meer gelezen en dat houd ik zo. Wel lees ik af en toe een smerig liaison die je via anderen bij mij terecht laat komen, om hoe dan ook je effect te bereiken. En wat heb je een mazzel gehad, dat ik mijn hoofd ‘erbij’ gehouden heb. Ik verbaas mezelf. Want ik ken mijzelf goed; als het kwartje er bij mij een keer in gaat, dan komt er een enorme prijs uit. Gelukkig zat jij net op tijd in het knusse Kloetinge te piepen van angst en te schreeuwen om aandacht. We ‘kennen’ elkaar al een tijdje, al heb ik geen idee hoe je loopt, praat of eruitziet. En dat idee hoef ik ook niet. Ik moet jou niet. En ik walg jouw vernielzucht, van de manier waarop jij leeft, met mensen omgaat en hoe je teert op instanties. Jij kost de maatschappij klauwen vol met geld, en je bent al heel erg lang zonde van heel veel mensen hun kostbare tijd.

 

 

Copyright Tekst Karin. Tekst Telegraaf en foto: Saskia Belleman en Jos Schuurmans (telegraaf@fps.nl) voor De Telegraaf. Wikipedia, artikel 12-procedure. 

*Alle rechten waaronder de auteursrechten berusten bij Karin Smalbil.

 

“Heel normaal, dit doen alle vaders met hun dochters”

 

 

Foto: Hondenpoten, door Jedidja Smalbil

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In oktober van 2013 komt via Algemeen Meldpunt Kindermishandeling bij de politie een bericht binnen over een meisje dat door haar vader zou zijn misbruikt. Tijdens onderzoek worden beide nog in huis aanwezige dochters elders opgevangen. Vader Timo (nu 47) krijgt een contactverbod voor tien dagen. Timo en zijn vrouw zijn in 2012 gescheiden na een faillissement. Timo is in de buurt van zijn dochters blijven wonen, in Friesland. Hij heeft daar – zo blijkt – redenen voor.

Het meisje (dan 14 jaar) doet nog geen aangifte tegen haar vader. Ze blijft voorlopig loyaal aan hem, want het is nogal wat; je vader beschuldigen van misbruik. Dat je als jonge meid van 14 vertelt dat je vader je overal betast, aan je borsten en billen zit. Dat hij je altijd wil kussen op de mond. Dat hij dat langer doet dan goed voelt. Dat je weet dat het niet deugt. Dat hij dit al vanaf 2012 doet, als anderen het niet zien. En dat je niet langer met hem alleen wilt zijn.

Vader Timo houdt ook van uitjes. Hij trakteert zijn dochter op een potje trimmen in het grote bos van Olterterp bij Beesterzwaag. Dit zal vader en dochter goed doen. Niet dat Timo onderweg zijn excuses maakt, beterschap belooft, spijt betuigt of over de vunzigheden die hij met haar heeft gedaan praat, nee, hij rent met haar richting een boom. Daar begint hij haar te betasten en wil hij zijn vinger bij haar naar binnen brengen. Op het moment dat het meisje weigert mee te werken, zegt Timo tegen zijn 14-jarige dochter dat het heel normaal is. Dat alle vaders dit doen bij hun dochters.

Het gebeurt. Timo komt op deze gebeurtenis nooit meer terug.

En dan is het die dag in oktober van 2013. Moeder dringt er bij haar dochter op aan om aangifte tegen haar vader te doen. Uiteindelijk gebeurt dat in augustus 2015. Pas in oktober wordt Timo opgepakt. Timo heeft dan de draad – zonder contact met zijn dochter -alweer een tijdje opgepakt. Hij heeft een bloemenkraam in Amsterdam, en heeft inmiddels een vriendin. Timo heeft geen advocaat nodig, zegt hij op zitting. Hij heeft veel vrienden die kundig genoeg zijn om hem van advies te voorzien, zegt hij. Hij is helemaal alleen naar de rechtbank in Groningen gekomen.

Timo leeft in het Ik-tijdperk. Hij vindt het wel jammer dat het met zijn dochter is gebeurd. “Maar ja, het is nu eenmaal zo”, zegt Timo schouderophalend op zitting. De rechter maant hem op zijn minst acht keer naar haar te luisteren, en te laten uitspreken. Timo doet zijn best sociaal wenselijk te antwoorden. Hij heeft het vooral over zichzelf.

Zijn dochter was een veeleisend kind. Ze wilde een paardje, ze wilde sporten en ze wilde uit. En als ze haar zin niet kreeg, dan kroop ze bij hem op schoot en wilde ze knuffelen. Ze daagde hem uit, zegt hij. In die tijd maakte Timo een moeilijke periode door. Dit kwam door de scheiding en het faillissement. “Ik zat toen niet goed in mijn vel en kreeg geen warmte van mijn vrouw in de scheidingsperiode. Ik had geen intimiteit.” Ja, Timo weet wel dat hij fout zit, maar het is nu eenmaal gebeurd. “Ik kan daar niets meer aan veranderen.”

In de periode na het misbruik, ver voordat dochter aangifte deed, was er matig contact tussen vader en dochter. Nu helemaal niet meer. Ook niet met zijn ex-vrouw en amper met zijn andere dochter. “Tja, zo gaan die dingen. Wel jammer, ja”, zegt hij.  Timo is geen knokker. Hij betaalt ook geen alimentatie voor zijn dochters. “Kale kip-verhaal, he?”, zegt Timo. Natuurlijk kan dochter zakgeld krijgen, maar (quote): ”Dan moet ze maar naar papa komen in Amsterdam.”

Dochter komt niet.

Timo is intimiderend en manipulatief, volgens de officier van justitie. “Hij bekent deels, maar geeft aan alles een eigen draai. En natuurlijk wilde zijn dochter wel naar een feestje, maar dan moest ze daar wel iets voor doen”, zegt de officier. Hij vervolgt: “Voor iemand die de verantwoordelijkheid zegt te nemen, maar die vervolgens bij zijn dochter legt, eis ik drie maanden cel, en daarnaast drie maanden op de plank. Ook moet meneer zich laten behandelen en krijgt hij een proeftijd van twee jaar.”

“Kan ik gaan?”, vraagt Timo aan het einde van de zitting. “Dat kan u”, zegt de rechter.

Op de hal vraag ik me af wat echt een geschikte straf zou zijn voor deze, tja, man. Waar pak je deze man het hardst. Wat doet hem voelen wat hij heeft gedaan. Hoe krijgt hij inzicht in wat hij heeft aangericht. En dat levenslang. “Forse proeftijd en iedere maand, vijfentwintig jaar lang, (via CJIB, dus niet rechtstreeks) 300 euro aan zijn dochter betalen. Niet doen? Dan de cel in!”, hoor ik een collega zeggen. Ergens vind ik het een goede manier van vergelden, maar ik ben natuurlijk geen rechter.

Verkoopt de man wat meer bloemen of zoekt hij toch een bijbaan. Gaat hij extra op een taxi rijden of dag en nacht werken. Je kunt als ‘vader’ Timo natuurlijk niet je leven lang blijven verkopen dat je niets wilt vergelden. Dat je nergens voor wilt boeten. Geen geld hebt. Dat dit ‘zomaar’ gebeurde omdat je slecht in je vel zat. Daardoor (quote:) verliefd werd op je eigen dochter. Dat ze jouw handen overal moest toestaan. Omdat je anders niks kon krijgen.

Nee. Dat kun je als zo een vader niet blijven verkopen. Niet als je met je vinger in je dochter hebt gezeten. En haar in ruil voor alle geflikte vunzigheid naar een feestje liet gaan. Als ze maar lief voor je was. Als ze maar zweeg. Het liefst haar leven lang.

En als jij je zin maar kreeg.

 

Uitspraak op 27 oktober.

 

Foto: Hondenpoten. Door Jedidja Smalbil.

Namen zijn gefingeerd.

*Alle rechten waaronder de auteursrechten berusten bij Karin Smalbil.
Het is niet toegestaan om zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van mij columns, verhalen en html-codes daaronder begrepen via elektronische en gedrukte media of op welke andere wijze ook, op te slaan en/of te verspreiden.

De waanzin

 

 

FB_IMG_1451496901388

Rechtbank Groningen, zittingszaal 14. De zaal waar strafzaken van echte boeven worden behandeld door drie rechters. Het is vandaag de dag van rechtszaken die niet of niet volledig worden behandeld. Verdachte Job heeft te laat een advocaat in de arm genomen. Zijn spiksplinternieuwe raadsman heeft, zegt hij, te weinig tijd gehad om de zaak van zijn cliënt, een wietzaak met een ontnemingsvordering van 650.000 euro, grondig te bestuderen. In het kader van ‘het verdedigingsbelang’ beslist de rechtbank dat de zaak voor onbepaalde tijd (maximaal drie maanden) moet worden aangehouden. Als pers zit je bij zo een zaak voor Jan met de korte achternaam. Geen behandeling betekent vaak: geen stuk.

Zaak twee van deze niet lekker begonnen ochtend is een pro forma (voor de vorm). Een zogenaamde ‘niet inhoudelijke zaak’. Dit is een rechtszaak in het strafrecht die plaatsvindt voordat de maximale tijd dat de verdachte in voorarrest mag blijven zitten verstrijkt. Dit is even een ‘ding’ voor Nuis. Hij wordt samen met anderen verdacht van het plegen van een beroving met geweld. Dit gebeurde aan de Folkingedwarsstraat in Groningen in juni van dit jaar. De medeverdachten in deze zaak mogen hun proces in vrijheid afwachten, Nuis niet. Zijn advocaat probeert de rechters tijdens deze pro forma zitting te overtuigen van de goede wil van zijn cliënt. Nuis zit in voorlopige hechtenis, en volgt een opleiding. Dat mag. Nuis mist veel van de bijbehorende stage. De opleiding heeft zo geen nut. De raadsman verzoekt de rechtbank over te gaan tot schorsing van de voorlopige hechtenis van Nuis. Na kort beraad van de rechtbank luidt het antwoord ‘nee’. De raadsman van Nuis is even voor een pro forma van een kwartiertje gekomen. Hij heeft niet voor elkaar gekregen wat hij wenste. Hij kan vertrekken met alleen een ‘vermoedelijke datum’ van inhoudelijke behandeling van de zaak. Nuis wordt weer afgevoerd voor een rit naar het midden van het land. Voor mij geldt: geen zaak – of niets bijzonders tijdens de pro forma – geen bericht.

Na een lange pauze vraag ik na of de zaak van halftwee überhaupt wel doorgaat. Deze zaak gaat door. Het betreft een man die terechtstaat voor belaging, laster en smaad. Ik stuur mijn krantenrechtbankcollega een WhatsApp of hij niet bij deze zaak is. Het antwoord weet ik binnen 2 minuten wanneer ik de man zie die vandaag voor het hekje moet verschijnen. Ik snap mijn collega. Dit is een zaak van niks. Dit is een zaak die niet geschikt is voor de meervoudige strafkamer.

Het gaat om de 69-jarige Kals. Ooit heeft hij voor de rechtbank de rechters uitgemaakt voor Nazi’s. Kals liep vaak door de rechtbank met zijn telefoon in de hand. Hij belde dan met God mag weten wie, en riep wat interessante dingen als: proces-verbaal, justitiële dwaling. Daarbij joelde hij wat artikelen met een B, en hij deed dat zó luid, dat mensen opkeken, omkeken en wenkbrauwen fronsten.

Terug naar vandaag.

Kals heeft een raadsman opgetrommeld die helemaal uit Rotterdam moet komen. Deze komt drie kwartier te laat. Na een droog excuusje van zijn kant, kan de zitting beginnen. Ruim twintig mensen nemen plaats op de publieke tribune om de gang van zaken aan te horen. Het is niet om aan te horen. Kals zou een viertal personen in Ezinge, Tolbert en Groningen, die allemaal iets te maken hebben met verenigingen van kerkmusici en koororganisten, hebben belaagd. Lastiggevallen. Continue reading “De waanzin”

De traumatische jeugd van Lyda

FB_IMG_1447202733145Wie ooit het boek Het Staatshotel (2012) van Simone van der Zee heeft gelezen, weet dat veel gedetineerden vaak niet zijn bepakt met een daverend gezellige jeugd. Vaak missen ze een liefdevolle, structurele en sturende opvoeding, waarin het doen van het goede centraal staat. Dagelijks grappen we over de sneue jeugd als een draaideurcrimineel na weer een (korte) celstraf terugkeert naar oud gedrag, rechtbank en cel. “Heeft vroeger vast te strakke schoentjes gehad’’, zeggen we dan in het café of op feestjes, terwijl de discussie eigenlijk anders zou moeten gaan. Want wat vinden we nu eigenlijk. Opsluiten of behandelen? Hoe beschermen we slachtoffers, en hoe straffen we het meest effectief? Moeten we in detentie verslavingen gaan behandelen en hoe voorkomen we dat veel daders uit impuls handelen. Waar moet het accent van straffen liggen? Wat is goed en op het juiste individu afgestemd.  Sommige daders zijn niet eens geschikt voor detentie, maar voor de witte jas. Zelden worden daders detentie-ongeschikt verklaard door rechters, maar het gebeurt wel. Als laatste vraag; levert celstraf eigenlijk wel datgene op wat het moet doen? Het voorkomen van crimineel gedrag. We hebben recidivisten genoeg. Ook binnen zes jaar na detentie. Dit schrijf ik, ondersteund door harde cijfers en professionals met wie ik heb gesproken.

Even terug naar die nare jeugd. Na een ‘lage straf’ (de hoogte van de straffen zijn in Nederland flink gestegen en hier zitten relatief meer mensen gevangen dan in de rest van Europa) verzuchten we vaak draaiend met onze ogen dat de dader vast ‘een traumatische jeugd’ heeft gehad. Deze week hoorde ik het weer.

In sportbroek met streep en dito jasje sloft Lyda veel te laat de zittingszaal binnen. De rechtszaak zou om negen uur beginnen. Haar advocaat excuseert haar en vraagt aan de rechters een andere zaak alvast te behandelen. Als Lyda terug is van haar afspraak met de methadonpost kan er wat hem betreft inhoudelijk worden behandeld.

Klein van stuk, met holle ogen. Haar haren zó wild in een wrong gedrukt, dat het lijkt alsof ze een ongeluk heeft gehad. Lyda is 28. Ze heeft gestolen. Haar strafblad druipt van de diefstallen. In 2013 presteerde ze het zelfs drie keer daarvoor te worden veroordeeld. Ze heeft in augustus en in november bij twee supermarkten ruim zestig flessen babyproducten gestolen. U kent ze wel. De gele flessen met een baby met een vrolijke krul op de voorkant. Lotions, badschuim, zeepvrije wasgel, crèmes; alles verdween onder de kleding van Lyda. Daarmee ontkwam ze aan de armen van de bedrijfsleider maar niet aan de opnames van de bewakingscamera’s. Na de aangifte herkende een agent haar op de beelden van eerdere diefstallen. Toen Lyda in haar woning werd aangehouden verklaarde ze dat ze niet uit vrije wil had gestolen. Ze had een drugsrekening te vereffenen met een dealer. Toen ze deze niet kon betalen, mocht ze in ruil daarvoor ook de gele flessen ruikende babyspullen halen. Dan zou de openstaande schuld zijn betaald.

Lyda is een bekende van politie en justitie. Ze heeft een fors strafblad opgebouwd. Continue reading “De traumatische jeugd van Lyda”

De kniehoge, levensgevaarlijke hond

 

20151228_103041Dagelijks bezorgt Postnl zo’n acht miljoen poststukken door heel Nederland. Zelfs in de verste uithoeken van elke provincie krijgt de klant zijn pakket of poststuk. Althans, zo hoort het te gaan. Ze zijn een dienstverlenend bedrijf. De bezorgers worden gescreend, aan strenge regels gehouden, gecontroleerd en er wordt op vertrouwd dat de stukken dáár komen waar ze horen.

Er bestaat een wet. De Postwet. In artikel 19 van die wet staat dat brievenbussen bereikbaar moeten zijn, zonder gevaar voor personen of zaken. Dreigt er gevaar, dan mág Postnl de bezorging staken. Dan wordt de dienstverlening geweigerd.

Groningen, oktober 2015. Janny werkt al een tijdje bij de dienstverlener. Bepakt met enorme tassen rijdt ze haar vaste route op een scooter door het Groningse dorp. De route langs het huis met het erf en de hond horen daar ook bij. Vlakbij de desbetreffende brievenbus wil ze de stukken in de postbus deponeren, wanneer de hond van het pand blaffend op haar af komt rennen. Zonder pardon bijt hij haar in haar been. Janny zet het op een rijden en belt geschrokken naar haar teamleider. ‘Ik ga daar vanaf nu  geen post meer bezorgen, ik moest die hond laatst ook al van me af slaan’ zegt ze. Haar teamleider regelt een vervanger voor de gewonde Janny, en onderneemt onmiddellijk actie richting politie en de gemeente. De hond krijgt van de burgemeester en wethouders het stempel: gevaarlijk. Hij moet vanaf nu een muilkorf dragen en worden aangelijnd. Doet de eigenaar dit niet, dan volgt een dwangsom.

Vervanger Joost doet zijn best aardig te zijn voor de hond maar ook hij wordt achterna gezeten en op een haar na gebeten. Wat blijkt? Bello loopt gewoon los. Nergens een muilkorf te bekennen. De politie wordt weer ingeschakeld en een ambtenaar van de gemeente komt weer eens een kijkje nemen. Ook hij wordt slachtoffer van Bello. De hond loopt los op het (eigen) erf maar rent de openbare weg op om willekeurige personen in hak of hoger te bijten. Het is zijn erf, maar is de openbare weg ook van hem? De hondenbrigade uit Groningen wordt ingeschakeld. Veel over dat onderzoek komt niet ter sprake, maar de eigenaar zegt trots dat de brigade had gezegd ‘dat het wel meevalt met de hond’. De gemeente houdt voet bij stuk. Postnl ook. Houdt de eigenaar zich niet aan de verplichting, dan stopt de postbezorging. En dat gebeurt. De eigenaar van Bello ontdekt dat er vanaf midden december geen post meer komt.

Ondertussen stromen bij de gemeente berichten binnen van bezorgde omwonenden. Er moet iets aan de gevaarlijke hond worden gedaan. De eigenaar van de hond trekt zich van de verplichting om aan te lijnen en te korven nog steeds niets aan. Nog sterker: hij eist van Postnl dat ze de bezorging weer hervatten. Dit, met een dwangsom van 5000 euro voor iedere dag dat ze dat nalaten. Postnl heeft tijdens de ‘staking’ alle poststukken van de man op een sorteercentrum in Assen bewaard. Niets ging retour. Maar daar wil de hondenman ze niet halen, want dat is voor hem te ver rijden. Hij wil ook de hekken op zijn erf niet afsluiten of verhogen. Hij wil de hond niet binnenhouden zodra er een bezorging plaatsvindt. Hij heeft de hond ruim vijf jaar. Het verbaast hem dat er zoveel wordt geklaagd.

Volgens de teamleider postbezorging van de desbetreffende gemeente heeft de eigenaar een ‘laconieke houding’. Dat wordt zichtbaar in de zittingszaal. De man komt veel te laat binnen. Volgens hem moet Postnl gewoon de post bezorgen en anders 5000 euro betalen. Het wordt een welles-nietes spel. ‘Dan moeten ze de hond niet schoppen’, zegt de eigenaar. ‘Bello is gewoon boos op die scooters’. Hij stelt voor dat de bezorgers de scooters verderop parkeren, dan langs het huis lopen en gewoon de post in de bus deponeren. ‘Heel simpel. Dan hoort hij die scooters niet’ oppert hij hoopvol. Bello komt echter ook onaangekondigd de openbare weg op, en daar zijn ouders met kleine kinderen niet zo blij mee. De eigenaar wuift dat weg en lacht onverschillig. De raadsman van Postnl zegt dat er twee dagen voor de zitting nog is gemaild naar de man. Hij had zich deze zitting kunnen besparen. Nu moet hij het doen met de uitspraak van de rechter. In een kort geding vraagt men de rechter om een snelle, voorlopige beslissing (voorlopige voorziening). Dit doet men in een spoedeisende zaak. Bello is spoedeisend. De rechter wijst de vordering van de hondeneigenaar af. Daarnaast wordt hij nogmaals verplicht de hond aan te lijnen en te muilkorven.

Buiten de zittingszaal vraag ik de eigenaar om een afbeelding van ‘de gevaarlijke hond’. Ik verbaas me over de grootte van de hond. Beter gezegd: het hondje. Kniehoog, lichtbruin en niet van het beruchte type waar je bij dit soort zaken snel aan denkt. Het is een kleine, Duitse Pincher. De hondenman haalt zijn schouders op. Hoofdschuddend zegt hij: ‘Het gaat helemaal nergens over.’

*Alle rechten waaronder de auteursrechten berusten bij Karin Smalbil.
Het is niet toegestaan om zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van mij columns, verhalen en html-codes daaronder begrepen via elektronische en gedrukte media of op welke andere wijze ook, op te slaan en/of te verspreiden.

Foto: Voetstappen van Rive, door Rixt.

Pressieverbod. Een verbod met een vage norm

20151228_103041“Zeg nu maar gewoon dat je het gedaan hebt. Kijk, een foto van je kinderen. Die zie je pas terug als je hebt bekend. Doe het nou maar. Jij hebt het gedaan.” Dit klinkt als snel een bekentenis willen hebben. Op een vieze manier. De 34-jarige Dirk B. uit Delft  wordt midden in de avond aangehouden en meegenomen naar het bureau. Daar wordt hem verteld dat hij pas naar huis mag na een bekennende verklaring. Hij wordt in de waan gelaten dat de politie niets heeft ondernomen om zijn kinderen, alleen thuis, op te vangen.

De verdachte wil uiteraard naar huis en wel zo snel mogelijk. De situatie is te bedreigend voor hem en voor diens kinderen. Er wordt een bekennende verklaring afgelegd. Hij mag voorlopig naar huis. In dit geval kan niet gesproken worden van een in vrijheid afgelegde verklaring. Deze is immers verkregen door teveel druk.

In ruil voor

“Je kunt maar beter zeggen dat je het gedaan hebt, scheelt je in de rechtbank al snel een jaartje of twee op deze moord.” Ruilen voor een bekentenis mag evenmin. Wanneer tijdens het verhoor aan de verdachte wordt verteld dat de straf die hij/zij zal krijgen veel lager uitvalt wanneer er een bekennende verklaring ligt. De politie maakt immers niet de straf uit, en dat is maar goed ook. In dit geval is sprak van misleiding.

De Puttense moordzaak

“Je maatje heeft al lang bekend, joh. Hij zei al dat jij daar je mes had neergelegd en dat je het lijk hebt gedumpt. Hij was er bij.” Nog erger wordt het wanneer de verdachte te horen krijgt dat medeverdachten al hebben bekend, wanneer dit niet waar is. Prachtig voorbeeld daarvan is de bekende Puttense moordzaak. Bekentenissen voortvloeiende uit dit soort pressie kan leiden tot werkelijk onheil met zeer verregaande gevolgen. Er zijn langdurige verhoren geweest waarbij de verdachte een bekentenis werd ontlokt door middel van foto ’s van zijn familie gedrapeerd rond een foto van het dode, in een specifiek geval, verminkte  slachtoffer. Wel doeltreffend, niet juist. Volgens het Hof en de Hoge Raad direct in strijd met een eerlijk proces.

Overtreding pressieverbod

Een onder deze vormen van pressie verkregen bekennende verklaring mag niet voor bewijs worden gebruikt. In zeer ernstige gevallen wordt zelfs gedacht aan de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Gissingen en veronderstellingen zijn dodelijk voor het verkrijgen van een verklaring op basis van bekennen.

Verboden te martelen

Het pressieverbod is een verbod met een wat vage norm. Uiteraard mag er niet gemarteld worden tijdens een verhoor om een bekentenis te verkrijgen, dat is tevens in strijd met art. 3 EVRM. Opsluiten zou onder het pressieverbod kunnen vallen omdat het namelijk een uiterst gunstige verhoorsituatie creëert. De verdachte voelt zich geïntimideerd en onveilig. Om snel de veilige situatie terug te brengen, zou een bekennende verklaring kunnen worden afgelegd. Om er maar van af te zijn.

De Zaanse verhoormethode

Deze omstreden verhoormethode leent zijn naam aan de plaats waar deze vorm van verhoren het eerst werd toegepast, Zaandam. Verdachten werden dagenlang langdurig  en intensief verhoord waarbij indringende foto’s van het misdrijf werden getoond. Er werd onder andere gezegd dat langer zwijgen zou leiden tot een nog langere straf. Men praat dan bijvoorbeeld over een moord alsof dat ‘de beste kan overkomen’. Er wordt wat vergoelijkend gepraat over de daad. Er is duidelijk sprake van manipulatie. Nog verder gaat het als tegen de verdachte wordt gezegd dat vrouw en kindertjes pas bescherming krijgen van politie indien er een fraaie bekentenis ligt, niet daargelaten, kwetsende opmerkingen over de kinderen of vrouw van de verdachte. Deze methode is verboden sinds 1996, nadat de toen 45-jarige H. bekende de Groningse coffeeshophouder Harry Roo  te hebben gedood. Hij bekende (In Zaanstad)na ziekmakende confrontatie met foto’s van familieleden tussen de beelden van het lichaam van Roo. De verdachte werd, vanwege onnoemelijke druk door politie, vrijgesproken.

Wat mag er wel

Er mag fair verhoord worden. Dat wel. Enige druk mag maar niet teveel. Meestal wordt er een rollenspel gespeeld tussen een vriendelijke politieman/vrouw . De een juist dreigend en de ander juist heel begripvol. Dat kan leiden tot verwarrende situaties. Een feit bekennen indien nooit gepleegd is geen handige zet.

Zwijgen, dat mag ook. Maar dat is een heel andere column.

Dit artikel van mij verscheen eerder op The Post Online.

Foto: Karin Rixt.

Marlies. Over misbruik en dromen

FB_IMG_1451497029247Ze had dromen. Marlies. Ooit. Tot ze en jaar of twaalf oud was. Toen werd het in haar hoofd helder dat de dingen die thuis gebeurden niet hoorden. Onbegrijpelijk waren. De hemeltergende schaamte achtervolgde haar. Op school, bij vriendinnen thuis. Natuurlijk wist ze dat er veel niet deugde bij haar thuis. Misschien was zij degene die niet deugde.

Schuld

Al vroeg leerde ze de schuld bij zichzelf te zoeken. Ze zou mooier gekleed gaan en meer lachen. Dat zou alles anders maken. Ook voor haar vader. Dan zou hij haar als volwassen zien. Hoopte ze. Vader keek nooit kritisch naar zichzelf maar wel naar haar. Zijn koekje met gat. De vervanger voor zijn vrouw. De jarenlang durende depressies na de bevalling van Marlies werden haar fataal. Ze verhing zich in een schuurtje achter het huis. Hij bleef alleen achter met zijn dochter. Toen bijna negen jaar jong. Ze is nu drieëntwintig jaar. Te kort gerokt, haar haar té blond. Té veel van alles.

Vader troosten

Koud twee weken na de dood van haar moeder liet vader haar kennismaken met de wereld van seks. Van keiharde porno en van dagelijks. En nachtelijk. Soms wel vijf keer binnen vierentwintig uur. Ze had hem als negenjarige willen troosten omdat haar moeder er niet meer was en papa zoveel dronk. Ze had een arm om hem heen geslagen en zijn gezicht geaaid. En ze had de grootste fout gemaakt die ze ooit had kunnen maken, leest ze voor uit haar slachtofferverklaring.

Ze had een keer gezegd: “Maar ík ben er toch, papa?”

Vriendje

Op haar veertiende kreeg ze een vriendje. Een ruige donder van vijftien  jaren ouder. Het vriendje zat in de wereld van de dames van plezier. Hij wist van haar situatie en hij hielp haar bij haar vader vandaan. Alles beter dan daar. Hij zag haar wel zitten. Nog meer liggen. Geld. Een jonge meid die er vanaf zeer jonge leeftijd wel vanaf weet is goud waard in deze wereld. Ze hield zoveel van hem. Hij was zo anders. Zo zorgzaam ook. Ze hoefde niet vaak met mannen naar bed. Dat kreeg je als je het vriendinnetje van de ‘boss’ was. Dan kreeg je privileges.

Vader overlijdt

Na het afwerken van een klant hoorde ze dat haar vader, met wie ze al jaren geen contact meer had, onverwacht was overleden aan een hersenbloeding. De klant, een oude bekende van haar vader, hoorde het die dag. Voor hem reden genoeg om zich juist op deze dag te laten pijpen door het meisje dat hij nog kende van vroeger.  Zij is dan eenentwintig jaar en bijna zeven jaar bij haar vriendje, correctie: pooier. Zijn dood komt vast van de stress, denkt ze.  Omdat hij haar niet meer zag. Haar vriendje wuift haar gedachten weg. Of ze even naar de volgende klant gaat. In Marlies knapt iets. Ineens, na jaren van misbruik, uitbuiting en vernedering heeft ze een helder moment.

Aangifte

Ze zet het in haar lingerie met jas aan op een lopen. Richting het politiebureau Ze doet aangifte. In bijna drie uur tijd spuwt ze haar verhaal op het bureau. Ze verlinkt haar vriend en noemt de daden van haar zojuist overleden vader. Van haar negende jaar tot het moment dat ze van huis vertrok, op haar veertiende. Ze huilt tijdens de zitting op de tribune. Een vrouw met alleen maar verliezen. Vol leed. Een moeder die door haar geboorte depressief werd, geen vader gehad, geen kind hebben mogen zijn.

Koekje met gat

Ze deugde voor de seks. Voor de opvulling. Omdat ze nooit ‘nee’ zei. Omdat ze het gore gedrag vergoelijkte. Het ergens nog begreep ook. En nog. Nog voor haar pooier zijn eis te horen krijgt wordt er een kort moment geschorst. Ik zie kans en loop op haar af in de enorme hal, kleiner dan in Groningen. Ze heeft een matte glans in haar ogen. Haar mond is een spleet van zenuwen. Ze peutert wat aan haar nagels en kijkt onrustig. Of ik geen namen noem. In ieder geval niet de echte, beloof ik haar. Ik vraag haar of ze na al die jaren nog steeds een gevoel van schuld bij zich draagt.

Ik wilde iets waard zijn

“Ja”, zegt ze kordaat. “Op het moment dat mijn moeder overleed was ik hem al kwijt, mijn vader. Ik heb er voor mijn gevoel alles aan gedaan een goede dochter te zijn. Ik wilde alleen maar dat ik de moeite waard was. Toen ik verdrietig was om mijn moeder heb ik één grove fout gemaakt. Ik ben in mijn nachtjaponnetje bij hem op schoot gaan zitten. Had ik nooit moeten doen. Daar is alles mee begonnen.”

De liefde van een man

Ik knik en kijk naar haar. Ze draagt een pruikje, zegt ze. Om herkenning door ‘oude bekenden’ te voorkomen. Vooral die van haar pooier. Ze heeft jaren van therapie voor zich. Het zou niets uitmaken wat ik zou willen zeggen. “Ergens in mijn achterhoofd wist ik wel dat mijn vriend niet echt een vriend was, natuurlijk.” Ze vervolgt: “Ik weet niet beter dat wanneer een man lief voor je wil zijn, dat die liefde nooit via de maag gaat. Ik weet gewoon niet beter.”

Dit verhaal van mij verscheen eerder op The Post Online.